Een Egyptische blanke schone, Juffrouw Haaiepin genaamd, ontmoette ik in 2009 toen zij samen met
haar zusje (zie foto hierboven) en nog 2 andere katten als kitten werd binnen gebracht in het huis van mijn vriendin te Luxor. Haar toenmalige partner, we noemen hem voor het gemak maar Abdullahtif, redt mishandelde dieren. Een unicum want ik kom zelden echte dierenliefhebbers onder de Egyptenaren tegen. De meesten onder hen zijn op z'n zachts gezegd wat ruw met de veestapel en dat is een understatement.
Zo klein als ze waren, ze bliezen, beten, en sloegen, ik keek er naar
en was verbijsterd. Als gekooide wilde dieren gedroegen ze zich en zodra het voedel voor hen werd neergezet, dan reageerden ze als echte tygers in de jungle. De katten waren niet ingeënt, dus nies- en kattenziekte deden hun intreden, maar ze hebben het allemaal overleefd.
Deze knappert werd als kitten gered uit een plasticzak waar jongens mee aan het voetballen waren. Ja, ik verzin het niet. Bondok heet ie en hij is een van mijn favorieten. Voor dat 'ie geholpen werd en nu door het leven gaat als een "je weet wel kater" was hij slechts een lichtgewicht bol spinnend haar. Hij beschouwde mijn voeten als een prooi, dus ik mocht echt wel opppassen. Bondok kwam als een kamikaze piloot onder de bank vandaan, hing in mijn enkels en aan mijn voeten en voor ik het wist, lag ik languit op het geweven tapijt in de woonkamer. Hij luid mauwend en spinnend naar mij, vermoedelijk om mij moed in te praten dat het allemaal wel meeviel en dat ik toch nog niet als avondmaal zou worden opgediend.
Zij was niet van mijn schoot weg te slaan en zodra er ook maar een van de andere katten dreigde mijn kant uit te komen dan werd, deze kleine witte dame een brullende Sechmet en sloeg iedereen van zich af.
Het liefst zat ze op mijn schouders, ik vermoed dat ze in een vorig leven toch iets van papagaai is geweest. Alleen mijn rug vindt dat niet zo fijn, zij heeft soms haar nagels niet gevijld. Abdullahtif, onder de indruk van mijn kwaliteiten als healer, wilde mij als full time katten healer voor zijn projecten, iets waar ik wel oren naar had, want ik houd nu eenmaal van Egypte en van het klimaat. Alleen wie zorgt dan voor mijn salaris??? Tja, dat was dus een probleem.want het resocialiseren van dieren in Egypte is uiteraard liefdewerk en oud papier.
Toen ik terug ging naar Nederland in april, had ik in mei weer een reis staan en zo belandde ik weer in Luxor. Ik mocht logeren in het appartement van mijn vriendin in hartje Luxor, mijn huisgenoten aldaar waren inmiddels 6 katten, die mij allemaal enthousiast begroetten toen ik weer voet over de drempel zette. Uiteraard sloeg Juffrouw Haaiepin iedereen van mijn schoot en van het bed af, want zoals het een echte Egyptenaar dan ook betaamt, ik was haar bezit. Vermoedelijk had Juffrouw Haaiepin zich goed in de verhoudingen tussen mannen en vrouwen verdiept en zich de mannenrol eigen gemaakt.
Inmiddels zijn alle katten 2 verhuizingen verder, van Luxor zijn ze naar Alexandrië verhuisd en toen naar Dahab. Inmiddels heeft Iris ongeveer 30 katten die nog een goed tehuis nodig hebben. Alle katten zijn allemaal lief en zeer sociaal en zoeken nog een goed onderkomen. Een en ander is te vinden op de facebook pagina Animal Welfare Dahab. Mocht je een kat willen "adopteren" uit Egypte dan kun je met haar contact opnemen.
Mijn oude Britse Korthaar is niet meer helaas. Zij was mijn trouwe stille huisgenote, want ze kon niet echt mauwen, dus wij ontwikkelden een goed telepatisch kontakt. Verder was zij nogal bang uitgevallen, wat als groot voordeel had, dat ik me nooit zorgen hoefde te maken dat ze weg zou lopen, het nadeel was dat ik andere katten uit haar tuin moest jagen, want zij kwam dan naar me toe rennen als er een andere kat in haar tuin zat en verschool zich letterlijk achter mij.
Juffrouw Haaiepin en deze dame samen leek mij geen goed setje. Achteraf heb ik dat uitstekend ingeschat. Na het overlijden van mijn oude kat, was er groen licht voor Juffrouw Haaiepin om de oversteek te maken naar Nederland. Dus het beestje moest gechipped worden (ja anders komt ze het land niet in), ingeënt en getest worden op hondsdolheid en als dat allemaal dan in orde is, dan nog 3 maanden in quarantaine. Dat laatste viel gelukkig mee, ze mocht gewoon in het huis bij Iris blijven en ook nog in de ruimte bij de andere katten. Toen ik haar in januari 2012 weer zag, herkende ze meteen en zat ze weer boven op mijn nek. Iris was not amused, die had het haar net afgeleerd. Tja........ook nu weer werd ik direkt als kattenmand of stoel gebombardeerd en zodra een van de andere katten maar mijn richting uitkwamen, dan haalde ze uit en niet zo zachtjes ook. Ze deed haar naam nog steed eer aan.
In maart 2012 kwam ze naar Nederland, voor haar een lange reis. Maar hier in Nederland al heel snel gewend. En zoals ik al dacht, ook hier weer met recht Juffrouw Haaiepin. Ze is spierwit, klein, heel slank, super snel en om de dooie dood niet bang. Ze is met recht de schrik van de buurt en inmiddels komen er geen andere katten meer in haar tuin, die heeft zij met haar imponerend en dominante gedrag er allemaal uitgewerkt. Zij luistert goed, maar zoals het een echte kat betaamt als ze geen zin heeft laat ze me gewoon kletsen. Op het gras leek ze net een ijsbeertje want ze is zo ontzettend wit. Vandaag had ze blijkbaar zin in een andere kleur bontjas.
Juffrouw Haaiepin had vandaag de kolder in de kop. Ze rent en vliegt door de tuin, jaagt op alles wat dan ook maar beweegt, dus van de week lagen er een heleboel veren in de tuin, Dit keer heb ik het niet beschouwd als een teken van de engelen, maar als gevecht op leven en dood, waarbij de vogel het wel heeft overleeft, maar in het heetst van de strijd toch wel wat van zijn of haar verenpak is verloren. Vandaag waren de tegels aan de beurt en ergens zit vermoedelijk een mierennest onder de tegels waardoor er behoorlijk wat zand ligt. Samen hebben Juffrouw Haaiepin en ik het onkruid tussen de tegels weggehaald, waarbij ik steunend en kreunend tot de conclusie kwam dat er wel weer erg veel onkruid was gegroeid en zij al spelend en rollebollend mij aan het inspecteren was.
Na dit grote zandavontuur, want dat is ze natuurlijk gewend, zag ze er niet uit. Een soort van gevlekte tijger werd ze. Alsof dat nog niet alles was, tijdens het besproeien van de de plantjes kreeg ze een soort van waas voor haar ogen. Als een dolgedraaid roofdier jaagt ze onophoudelijk op de waterstraal. Zelfs als ze af en toe flink nat wordt mag dat de pret van het water opjagen niet drukken. Aan het eind van dit waterballet zag ze er helemaal niet meer uit. Haar vacht een soort van groezelig grijs tot donkergrijs met hier en daar platgeslagen waterdruppels, die er uit zagen als kleine kratertjes in haar stoffige vacht.
Moegestreden maar vooral voldaan sprong ze op mijn schoot terwijl ik zat te genieten van een overheerlijke cappucino waarbij zij een van blubber en zand op mijn witte broek achterliet.
No comments:
Post a Comment